woensdag 8 januari 2014

Je kunt het van je afschrijven!

Twee jaar geleden kreeg ik te horen, dat ik kanker had. Borstkanker. We zaten met zijn tweeën in een klein hokje, één van de spreekkamers van de chirurg. Een steriel kamertje, met een computer, twee stoelen met versleten blauwe zittingen (voor patienten met aanhang), een bureaustoel aan de ander kant van een tafeltje (voor de behandelend arts),  een behandeltafel en heel veel dozen met rubberen handschoenen.
Marco, mijn toen-nog-vriend, en ik zaten naast elkaar op de twee blauwe stoelen te wachten op de uitslag van de biopten die eerder die week waren gedaan. Zenuwachtig als we waren, zaten we de spanning weg te grappen. We hadden al twee paarse rubberen handschoenen uit hun doosjes gehaald en op geblazen en de behandelbank was al zogenaamd in mijn handtas verdwenen voor thuisgebruik.

Op dat moment zat ik mijzelf nog heel erg hard te vertellen dat ik géén kanker zou hebben. Dat de geconstateerde knobbeltjes goedaardig zouden zijn. In mijn familie kwam geen kanker voor, dus ik had ook geen reden om aan te nemen dat het fout zou zijn. Positief als ik ben, ging het mezelf overtuigen uitstekend af.

Zodra de arts binnen kwam, voelde ik de zenuwen pas goed. Hét moment van de waarheid, geen ontkomen meer aan... grappen maken had ook geen zin meer. De arts zag enkel vier vragende ogen op zich gericht, in waarschijnlijk twee bleke gezichten.

Wat zij te vertellen had, voelde voor mij als een doodsvonnis. "U bent al gebeld met de uitslag?" begon ze. Nee, dat waren wij niet. Fout # 1. "O." De arts moest zich duidelijk even herstellen. Ze kreeg opeens een andere rol; namelijk die van brenger van het slechte nieuws, in plaats van 'alleen maar' de behandelaar. "Tja, eeh, ja, eeh, want het is dus niet goed." Daarna kwamen nog heel veel woorden, maar ik hoorde ze niet meer. Ik zag alleen de korte paniek in de ogen van Marco, het wit wegtrekken van zijn gelaat en voelde me alsof er een enorm pak watten om mij heen was gewikkeld. Letterlijk, hoorde en voelde ik niets. Heel even. Tot de waarheid weer keihard binnen kwam en de brok in mijn keel om aandacht vroeg. De eerste woorden die ik van de arts weer hoorde waren; "Maar we gaan er alles aan doen om jou er bovenop te laten komen". Dus het komt goed? "Natuurlijk komt het goed", zei mevrouw de witte jas. En blijkbaar was mijn geest flexibel genoeg, om hier alweer langzaam in te geloven. Het doodsvonnis was een enorme boom die voor mijn neus gepland was. Maar het zaadje van de hoop was zich in mijn hoofd alweer aan het ontkiemen.

Nu, bijna twee jaar en heel erg veel gedachten, behandelingen, mooie momenten, lieve mensen, maar ook fouten van artsen later, ben ik er nog steeds en zijn de verwachtingen oke. In de afgelopen jaren ben ik steeds blijven schrijven. Voor mezelf hoofdzakelijk. En dat helpt mij. Misschien kan ik ook anderen er mee helpen. Vandaar deze blog. Al is er maar één iemand die er een klein sprankje hoop uit haalt, dan heeft het zijn doel gediend. Of misschien kan ik iemand waarschuwen, door mijn ervaringen met de medische wereld te omschrijven. Helemaal goed. Maar voorop staat, dat je ellende van je af kan schrijven. Het werkt echt. Voor jezelf en voor anderen.

Tip #1: Schrijf het van je af. Veel momenten en gevoelens vergeet je weer en het kan heel verfrissend en waardevol  zijn om dingen later nog eens terug te lezen. Wil je er niet meer aan herinnerd worden? Dan lees je het lekker nooit meer. Onthoud, fouten maken is onmogelijk.

Mogelijkheden;
- Schrijf regelmatig naar een vriend, vriendin of familielid.
- Houd voor jezelf een dagboek bij.
- schrijf een blog.

 Spreek wel met jezelf een termijn af, bijvoorbeeld één keer in de week. Je bent namelijk zo druk met alle ziekenhuisbezoekjes, emoties verwerken en wat nog meer is, dat er zomaar weer een paar weken voorbij zijn en je weer veel vergeten bent.

#kanker #borstkanker #hoop #tips

Geen opmerkingen:

Een reactie posten